ACTUEEL

Zelfbeschadiging is geen duurzame methode in een rechtsstraat

Het is voor de meesten ondenkbaar dat het mogelijk is kritiek te hebben op de hongerstaking als methode en tegelijk voorstander te zijn van een humanitair migratiebeleid.

De beelden van de hongerstakende asielzoekers zijn aangrijpend. Een democratische rechtsstaat kan evenwel onmogelijk bestuurd worden op basis van emotie en perceptie. Besluitvorming kan alleen correct verlopen via de methoden en procedures die in de (grond)wet zijn voorzien. Elk migratiebeleid dat wordt afgedwongen op basis van de huidige schrijnende beelden is gedoemd te falen.

Als de kiem van de besluitvorming geweld vertoont (ongeacht of dat tegen zichzelf of tegen anderen is gekeerd), leidt de besluitvorming zelf ook tot nieuw geweld. Het streven van de hongerstakers (en degenen die hen inzetten om eigen doelen te bereiken) is daarom intern contradictorisch: ze willen verblijfsrecht krijgen in een rechtsstaat, maar het middel dat ze aanwenden en het doel dat ze nastreven is onverenigbaar met de principes van die rechtsstaat.

Het gebeurt wel vaker dat mensen zelfbeschadiging gebruiken als middel om een bepaald doel te bereiken. Of het nu gaat over ontslag nemen omdat men het niet eens is met een beleidsbeslissing of om de weigering nog verder te eten of te drinken, het patroon is identiek: men slachtoffert zichzelf en men wijst een ander aan als de dader. Pogingen tot rationele communicatie, bemiddeling of toenadering worden radicaal afgewezen. De beleidsmaker wordt in een impasse geduwd.

Hoe langer de hongerstaking duurt, hoe meer de regering wordt weggezet als onmenselijk. Het enige wat ze kan doen om zichzelf van het juk van het daderbeeld te bevrijden, is de hongerstakers stante pede een verblijfsvergunning geven. Zo werkt het helaas niet. Verblijfsvergunningen worden niet willekeurig verleend of geweigerd. Dat gebeurt volgens een wettelijk bepaalde procedure en op basis van wettelijk bepaalde criteria. Die procedures en criteria gelden voor elke asielzoeker, zonder onderscheid, ongeacht of hij beslist niet meer te eten en te drinken. Er bestaat zoiets als een grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.

Zelfverklaarde redders hebben alle belang bij een uitvergrote slachtoffer- en daderpolarisatie. In wezen zetten die ‘redders’ de hongerstakers in om zichzelf te profileren en om hun eigen al dan niet politieke doelstellingen te verwezenlijken. Het is een als altruïsme gemaskeerde manipulatie. De meest humanitaire manier om de hongerstakers te bejegenen is dat hen elke hoop wordt ontnomen dat ze een verblijfsvergunning kunnen bekomen op een andere manier dan wat de wet voorschrijft. Al wie hen het omgekeerde voorhoudt, is schuldig aan hun lijden en (mogelijk, maar hopelijk niet) hun dood.

Lijdende mens

Het is bijna onmogelijk om geen medeleven te voelen met een lijdende mens. Maar een bepaalde groep mensen sympathiseert blijkbaar van nature onmiddellijk en kritiekloos met de underdog, wat ook de oorzaak moge zijn van die underdogpositie. Dat de hongerstakers een eigen keuze hebben gemaakt en nog kunnen maken (door te beslissen opnieuw te drinken en te eten) wordt afgedaan als irrelevant.

Bij de hongerstaking in 2006 was dat maatschappelijk draagvlak beperkter. De toenmalige vicepremier sprak over ‘pure chantage, een rechtsstaat onwaardig’. Vandaag houdt men zich op dat niveau relatief afzijdig. Kardinaal Godfried Danneels, toen nog met een onbetwist gezag, had het over een ‘immoreel actiemiddel’. Dat de steun vandaag algemener is, is het zoveelste teken van een globale kentering waarin structuren en systemen onder grote druk komen te staan.

Een genuanceerd debat lijkt ook nu onmogelijk. Ofwel ben je tolerant, breeddenkend, humanitair en voor onmiddellijke verblijfsvergunning, ofwel ben je intolerant, xenofoob, legalistisch, rigide, kortzichtig. De hypothese dat men en kritiek heeft op de hongerstaking als methode en tegelijk openstaat voor een humanitair migratiebeleid is voor de meesten ondenkbaar.

Debat

Elke vorm van geweld vormt een bedreiging voor de rechtsstaat, ook als dat geweld in de eerste plaats tegen zichzelf is gekeerd. Stel u voor dat iemand van zijn buur volslagen onterecht 100.000 euro vordert. Die persoon dreigt er voor de rechter mee een flacon cyaankali leeg te drinken als zijn vordering niet alsnog gegrond wordt verklaard. De rechter wordt in een onmogelijke positie gemanipuleerd. Hij dreigt de ‘dader’ te worden van een leed dat hij niet heeft veroorzaakt. Als hij ingaat op het verzoek van de nakende zelfmoordenaar miskent hij de wet. Bovendien creëert hij een echt slachtoffer, met name de buur die onrechtmatig wordt veroordeeld tot betaling van een som geld die hij niet verschuldigd is. Als de rechter niet ingaat op de eis ligt er een lijk in zijn zittingszaal, volgt het gespin in de media en wordt hij opgezadeld met een irrationeel schuldgevoel.

De oproep van de rectoren van de Vlaamse universiteiten was evenwichtig. Alleen uit een evenwichtig en open debat, ontdaan van het manipulatieve interpretatiekader ‘slachtoffer -dader-redder’, en waarbij men de verantwoordelijkheid van elk individu (migrant of niet) aanvaardt, kan een duurzaam migratiebeleid voortvloeien. Een pad dat vertrekt van (zelf)vernietiging is gedoemd te mislukken.

Deel via