ACTUEEL

Navigeren tussen voorspelbare ellende en de eisen van de rechtsstaat

Wanneer je als burgemeester weet dat bepaalde momenten zoals kerstavond of oudejaarsavond (normaal momenten van vreugde en feest) door sommigen quasi zeker zullen worden aangegrepen om de boel af te breken (brand te stichten, onrust te stoken, schade aan te richten, de politie aan te vallen…), is het moeilijk om niets te doen – misschien zou niets doen in zo’n geval zelfs nalatig zijn. En een burgemeester heeft inderdaad de bevoegdheid om, ook preventieve, maatregelen te nemen om de veiligheid en de orde op het grondgebied van zijn gemeente te handhaven. Maar de uitoefening van die bevoegdheid is in een democratische rechtsstaat, wat België nog steeds tracht te zijn, aan regels en beperkingen onderworpen. Die regels kunnen in drie categorieën worden ondergebracht: de fundamentele rechten en vrijheden (die we in de Grondwet terugvinden, zoals de meningsuiting, het recht om zich te verenigen,  het waarborgen van de persoonlijke vrijheid), de bevoegdheidsregels (die bepalen welk orgaan voor welke materie bevoegd is, te weten dat een gemeente bestuurd wordt door drie organen, de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de burgemeester alleen) en de algemene (ongeschreven) beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het motiveringsbeginsel, de evenredigheidseis en de zorgvuldigheidsplicht, die elke overheid strekken tot wet.

In Anderlecht en in Antwerpen hebben de burgemeesters elk voor een andere aanpak gekozen. In Antwerpen heeft de burgemeester gewerkt met een individueel huisarrest, opgelegd aan 51 specifieke jongeren. In Anderlecht heeft de burgemeester een (collectieve) verordening uitgevaardigd die bepaalt dat personen jonger dan 16 jaar zich vanavond vanaf 19u tot morgenochtend 5u zich niet op in openbare plaatsen mogen begeven zonder begeleiding van hun wettelijke voogd (meestal is dat een ouder). Een soort van avondklok dus

In Antwerpen is de maatregel dus strikter, maar slechts van toepassing op 51 specifiek geselecteerde personen. In Anderlecht is de maatregel minder verregaand, maar ongedifferentieerd van toepassing op alle personen onder de 16 jaar.

Vanuit de Raad van State is er op de twee maatregelen kritiek gekomen. Over het Antwerpse huisarrest heeft de auditeur (die zelf niet oordeelt, en ook niet het openbaar ministerie van de Raad van State is, maar de rechters van de Raad van State wel een advies geeft) geadviseerd dat dit buitenproportioneel is, niet evenredig. Omdat de burgemeester van Antwerpen daarop de maatregel heeft ingetrokken en nadien een nieuwe maatregel heeft genomen, heeft de Raad van State vanmorgen nog geen uitspraak gedaan. De nieuwe maatregel van de Antwerpse burgemeester is dus nog van kracht, tot nader order.

Voor wat betreft Anderlecht heeft de Raad van State gisterenavond laat nog een arrest geveld. De gevraagde schorsing werd afgewezen. Immers, om een maatregel te kunnen schorsen moeten twee voorwaarden zijn vervuld. Enerzijds moet er sprake zijn van spoedeisendheid, wat betekent dat de bestreden maatregel een voldoende zwaar ongemak moet veroorzaken welk ongemak niet met een procedure ten gronde (die veel langer duurt) ongedaan kan worden gemaakt. Anderzijds moet worden aangetoond dat de bestreden maatregel op het eerste gezicht onwettig lijkt. Welnu, de Raad heeft geoordeeld dat de voorwaarde van de spoedeisendheid of hoogdringdheid niet is vervuld aangezien de jongeren in Anderlecht (die hadden aangevoerd dat ze naar een feestje wilden gaan en door de maatregel dat niet zouden kunnen), wel naar het feestje zouden kunnen gaan als een ouder hen daarnaar toe zou begeleiden. Tegelijk heeft de Raad wel geoordeeld dat de maatregel onwettig lijkt. Dit is eerder ongebruikelijk. De Raad had er mee kunnen volstaan om de vordering af te wijzen omdat er één van de voorwaarden niet was vervuld. De Raad stelt echter dat de burgemeester niet bevoegd is om een reglementaire maatregel te nemen, wat betekent dat deze op iedereen onder de 16 van toepassing is, zonder dat individueel te differentiëren. Om zo’n maatregel te nemen is alleen de gemeenteraad bevoegd. De Raad van State is met dit arrest tegelijk trouw gebleven aan haar strenge beoordeling van de voorwaarde van de spoedeisendheid en aan haar oerplicht om rechtsbescherming te bieden tegen de overheid.

Dit alles heeft tot gevolg dat de avondklok in Anderlecht en het huisarrest in Antwerpen (of de nieuwe maatregel) nog steeds van toepassing zijn. Zolang geen rechter de maatregel heeft geschorst en zolang de maatregel niet is ingetrokken, blijft de maatregel van kracht en zal men er zich moeten aan houden.

Wie het daar moeilijk mee heeft, zou er voor kunnen kiezen om een procedure ten gronde te starten en uiteindelijk schadevergoeding te eisen. Voor Anderlecht zal dat, gelet op het feit dat er geen strikt huisarrest geldt, maar enkel de maatregel dat men zich moet laten begeleiden door een ouder, al niet zo evident zijn. Ook voor Antwerpen lijkt dat niet evident. Wat is de schade die men lijdt omdat men Oudejaar thuis moet vieren en niet op straat?

De maatregelen, de schijnbaar dubbelzinnige boodschappen vanuit de Raad van State en de reacties die ze losweken  leggen wel een spanningsveld bloot, met name tussen een maatschappelijke realiteit en de eisen en beperkingen van de rechtsstaat. Zowel de burgemeesters als degenen op wie de maatregelen van toepassing zijn, kunnen niet anders dan een onbehaaglijk gevoel hebben. Iedereen weet dat de maatregelen onwettig zijn, en toch blijven ze van kracht. Het lijkt op een impasse, maar zuiver bestuursrechtelijk is het dat niet.

Toch ziet het er naar uit dat de huidige onwenselijke situatie eerder het gevolg is van enerzijds de aanpak van de burgemeesters en anderzijds de processtrategie van de jongeren en hun ouders. De rechtsstaat dient zich niet altijd gemakkelijk aan. Soms zijn creativiteit en verre vooruitziendheid nodig om ongehavend te navigeren tussen maatschappelijke noden en de wet.

Stijn Verbist

Betrokken burger.

Deel via