ACTUEEL

Deze crisis is een overheidscrisis – De Tijd

Dat de Europese Commissie bedrijven wil verplichten voorraden aan te leggen en productielijnen wil kunnen opeisen voor essentiële producten oogst veel kritiek. Het inzetten van dat publiekrechtelijk instrument heeft met communisme niets te maken, maar met durven te doen wat nodig is. Dat kan alleen een overheid.

Beeld het u eens in. Er staat een school in brand en er is geen watertoevoer. Naast de school ligt een groot privaat zwembad, vol water. De brandweer komt en belt aan bij de eigenaar van het zwembad. Die laat weten onder bepaalde voorwaarden zijn water ter beschikking te willen stellen. Er wordt onderhandeld over de prijs. Partijen raadplegen hun advocaten en andere adviseurs. Wanneer ongeveer 90 procent van de klassen is uitgebrand, wordt bekendgemaakt dat de brandweer erin geslaagd is een geweldig gunstig contract te onderhandelen met de eigenaar van het zwembad. Het bluswater is beschikbaar! 

Ziehier de Belgische overheid in tijden van crisis. De groep enkelingen die zichzelf onze federale regering noemt, stond erbij en keek ernaar. Verder dan paradigmagetrouwe schijnvertoningen en individuele profileringsdrang komt men niet. België staat niet in de eerste plaats voor een energiecrisis, klimaatcrisis of coronacrisis. Het grootste actuele probleem is wellicht een overheidscrisis.

De overheid neemt haar overheidstaken niet waar. Ze blijft herhalen dat we ons in een crisis bevinden, maar handelt daar niet naar. Ivo Van Isterdael, de hoofdadviseur bij de federale energieregulator CREG, merkte in het weekblad Knack eufemistisch op dat wie in oorlogstijd op de markt vertrouwt een gestampte idioot is. De Europese Commissie heeft – weliswaar een crisis te laat – te kennen gegeven dat ze bedrijven wil verplichten voorraden aan te leggen en dat ze productielijnen zal opeisen. Dat voorstel stuit op verzet. Nochtans is het in tijden van crisis een beproefde evidentie.

Een overheid wordt geacht het algemeen belang na te streven. Daarom beschikt ze over mogelijkheden die een privépersoon niet heeft. Een overheid legt eenzijdig wetten en belastingen op, bepaalt het beleid, levert vergunningen af of weigert ze, en kan tot onteigening overgaan. Die bijzondere instrumenten zijn nodig om het hoofd te bieden aan de veranderende maatschappelijke noden.

Crisissen zijn bij uitstek de gelegenheid waarbij de overheid die instrumenten moet aanwenden. Private personen hebben daartoe noch de bevoegdheden noch de verantwoordelijkheid. 

Niet helemaal afhankelijk

De recente geschiedenis en de actualiteit tonen aan dat de Belgische overheid niet handelt als overheid. Ze neemt niet de verantwoordelijkheid die ze in het algemeen belang kan en moet nemen. Wat we de federale overheid vooral zien doen, is problemen extern attribueren. Men wijst naar een virus, men wijst naar Europa, men wijst naar de Russische president Vladimir Poetin. Mensen die een goede therapeut of coach opzoeken krijgen te horen dat ze veel zelf kunnen beslissen en veranderen, dat ze niet helemaal afhankelijk zijn van de omstandigheden of van derden. Wie niet tot dat inzicht komt, wordt stuurloos en lethargisch. De Belgische overheid verwacht redding van buitenaf zonder zelf te doen wat ze kan.

Dat tijdens de coronacrisis enkele spelers miljarden hebben verdiend aan vaccins en andere middelen waarvan men dacht dat ze de crisis zouden afwenden, is onbegrijpelijk. Hetzelfde geldt voor de huidige energiecrisis. Mensen, bedrijven en overheden gaan financieel langzaam maar zeker ten onder. De federale regering, die maatregelen zou kunnen nemen, stond erbij en keek ernaar.

Het eigendomsrecht en de vrijheid om al dan niet contracten af te sluiten zijn essentieel om welvaart te creëren en te behouden. Communistische idealen ontnemen de motivatie om initiatief te nemen. Ze stellen de verdeling voor van wat er niet zal zijn. Maar in tijden van uitzonderlijke crisis – en dat zijn de coronacrisis en de huidige energiecrisis toch – moeten die basisprincipes (tijdelijk) kunnen wijken. De overheid beschikt over het instrument van de opeising. In tijden van oorlog wordt een school een ziekenhuis, een boerderij een legerkazerne, worden de vrachtwagens van de aardappelboer gebruikt  voor het transport van wapens. Dat is tijdelijk, in functie van de dringende noden van het algemeen belang.

Wurgcontracten

Tijdens corona had de overheid leveranciers van onder meer mondmaskers en vaccins tijdelijk moeten opeisen om ze zichzelf tegen kostprijs te kunnen verschaffen in de plaats van er financiële wurgcontracten mee af te sluiten. Hetzelfde geldt vandaag voor de levering van energie. Waar wacht men eigenlijk op? Men neemt zelf termen als oorlogseconomie in de mond, men kondigt met een wonderbaarlijke vanzelfsprekendheid vijf à tien moeilijke winters aan, maar men doet niets. Behalve Europa tot de orde roepen of Rusland beschuldigen. De berichtgeving dat energiebedrijven vandaag honderden miljoenen winst maken is wraakroepend. Samen met de ontbering die velen zullen lijden, is het de ideale voedingsbodem voor een revolutie.

Het inzetten van het publiekrechtelijk instrument van de opeising heeft met communisme niets te maken, maar met durven te doen wat moet gebeuren en wat alleen een overheid kan doen. Helaas kunnen we dat van België niet verwachten. Al klagend en zeurend – en vooral vol van zichzelf – laat men het schip ten onder gaan. Nooit zal hiervoor iemand verantwoordelijkheid moeten afleggen, zoals dat ook niet het geval zal zijn voor het gefaalde coronabeleid.

Deel via