ACTUEEL
Angst als slechte raadgever – De Tijd
- Opinie
Wie wil regeren, moet vrij zijn. Vrij van hebzucht, eerzucht of heerszucht. Maar bovenal: vrij van angst.
Regeren betekent, zeker in tijden van crisis, in staat zijn moeilijke beslissingen te nemen. Wie niet bereid is de eigen populariteit op het spel te zetten moet zich van de stiel onthouden. Wie wil scoren, kan per definitie geen crisis managen: het eigen belang of het belang van een organisatie of politieke partij zitten dan in de weg.
Wie ongemakkelijke beslissingen neemt, stelt zich bloot aan weerstand, kritiek en persoonlijke aanvallen. Als je met iedereen wilt rekening houden, sta je stil. Politieke behaagzucht is onverenigbaar met een duurzaam innerlijk kompas.
In een ideale democratie is het volk niet bang van zijn leider en de leider niet bang van zijn volk. In een dictatuur is het volk bang van de dictator. In België is de regering bang van het volk, en kennelijk niet in staat om die angst een plaats te geven – althans wat het beheren van de Covid-19 betreft.
Het bipolair geschipper waarvan we de afgelopen twee jaar getuige waren, kan in alle ernst geen coronabeleid worden genoemd. De verkeerde maatregelen werden genomen, de juiste maatregelen niet of te laat. Een minimale voorzienigheid zou hebben voorkomen dat men na twee jaar nog zo zwaar zou worden verschalkt door het virus.
Vertrouwen
Het gebrek aan daadkracht en het openlijk getwijfel vormden de vruchtbare voedingsbodem voor de polariserende discussies over vaccinatieplicht en het Covid Safe Ticket. Beslissingen die zonder stevig innerlijk kompas worden genomen, boezemen geen vertrouwen in. De federale overheid heeft de voorbije maanden te vaak aangetoond niet te weten waar de klepel hangt. Die onzekerheid slaat over op wie daarvoor ontvankelijk is.
Dat in deze tijden experten worden ingezet, is niet meer dan normaal. Het reactieve spel van aantrekken en afstoten, van eigen verantwoordelijkheid attribueren en tegelijk adviezen in de wind slaan volstaat voer voor een proefschrift in grondwettelijk recht. In deze regering zitten enkele bekwame mensen met visie, maar een paar getalenteerde spelers maken nog geen ploeg.
Dat de coronacijfers in de rest van Europa ook slecht zijn, is niet relevant. Middelmatigheid mag geen criterium zijn. De ene mislukking rechtvaardigt niet de andere. Integendeel: er is ruimte om het voorbeeld te geven.
Als de kennis beschikbaar is en men weet wat de passende maatregelen zijn, is er maar één mogelijke verklaring: men is doodsbang. Angst voor afwijzing en voor irrelevantie.
Overacting
De federale regering heeft daar geen monopolie op. De angst hangt ook in de lucht die de politievakbonden hebben ingeademd. Zij waren het levende bewijs dat angst voor irrelevantie leidt tot overacting. Men overschrijdt grenzen in een krampachtige poging de eigen bestaansreden in de verf te zetten.
Het doel van de politieacties – een beter statuut voor politiepersoneel – is meer dan legitiem. Een maatschappij die haar eigen hulpdiensten niet goed verzorgt, kan er moeilijk op rekenen dat het omgekeerde gebeurt. Maar dat legitieme doel wordt besmet door de misplaatste middelen die worden ingezet.
Terwijl de angst in het coronabeleid leidt tot paralyse en verwarring, leidt de angst bij de acties van de politievakbond tot grensoverschrijdend gedrag zonder ethische ondergrens. Beide zijn even schadelijk.